Swift kan voor de rest van het seizoen niet beschikken over de diensten van Mathieu Christianen. De 22-jarige verdediger van de zaterdag hoofdklasser vertrekt vandaag naar Kaapstad voor een stage van vijf maanden.
“Aan de ene kant is het wel jammer, maar dit is een mooie kans”, zegt de student Commerciële Economie. “We zijn met Swift aan een goede serie bezig. We zijn al negen wedstrijden ongeslagen. Voor mijn studie kreeg ik echter de mogelijkheid om stage te lopen in het buitenland. Toen is dit op mijn pad gekomen. Ik heb een periode gehad in mijn leven waarin ik alles opzij heb gezet voor het voetbal. Nu is dat anders. De technische staf en de spelers hebben er begrip voor. Enkele teamgenoten hebben het zelf ook gedaan.”
Christianen maakte een belangrijk onderdeel uit van het zeer aanvallende 3-4-3 systeem waarin Swift sinds een aantal maanden speelt. “Bij balverlies proberen we hoog druk te zetten wat betekent dat iedereen door moet stappen. Dit ligt mij wel, ik schuif graag in. In balbezit probeer ik hetzelfde te doen. Je hebt centrale verdedigers die liever niet bij de opbouw betrokken worden. Ik probeer altijd naar de voetballende oplossing te zoeken.”
Swift moet het de komende maanden dus doen zonder de impulsen van Christianen. Vanaf de andere kant van de wereld zal hij de verrichtingen van zijn ploeg op de voet blijven volgen. “Ik blijf op de hoogte via de groepsapp en jullie site. Waar ik op hoop? We wilden graag een prijs pakken dit seizoen. De laatste weken hebben we een paar keer gelijkgespeeld waardoor het winnen van de tweede periode een behoorlijke opgave zal zijn. Ik denk dat we sowieso kunnen spreken van een mooi seizoen als we bij de eerste vier eindigen.”
Christianen zet op 17 juli weer voet op Nederlandse bodem. “Volgens mij begint de voorbereiding ongeveer één week later dus dan ben ik net op tijd terug. Ik heb al gesproken met Bart Logchies. Mark Evers zal ik helaas niet meer zien maar we zullen zeker nog contact houden. We hebben een goede band opgebouwd. Ik hoop dat hij het goed gaat doen bij ARC. ”
Foto’s: Paul Stoeltie