De ranglijst met de top 200 Amateurclubs kende in 2021 maar liefst 20 verenigingen uit de regio Groot-Amsterdam. Stuk voor stuk lieten zij zien op de goede weg te zijn. Wij spreken de komende weken met de twintig gelukkige clubs over het succes. Waar zijn zij tevreden over? En op welke vlakken valt nog winst te boeken?
Marco van Dam staat als trainer van de mini’s letterlijk aan het begin van de jeugdopleiding van SDZ. Buiten de mini’s traint hij jaarlijks de O8-1, waardoor hij veel spelers op latere leeftijd weer tegenkomt. “Door de huidige coronacrisis train ik dit jaar voor één keer de O9-1 in plaats van de O8-1”, vertelt Van Dam, die trots is dat SDZ dit kalenderjaar de 113de positie op de ranglijst bekleedt. “Het is prachtig om op de ranglijst te staan, want dat was lang niet altijd zo. Een aantal jaar geleden zijn we in de top 200 binnengekomen en sindsdien groeien we gestaag door naar boven.” Van Dam stelt echter dat de ranglijst niet alles zegt over hoe het bij een club gaat. “Uiteindelijk is een vereniging breder dan de selectieteams en daar richt deze ranglijst zich wél op.”
De Amsterdamse vereniging zat dit seizoen allerminst stil voor de jeugdafdeling. Zo organiseerde SDZ verschillende interne competities om de jeugdspelers optimaal te blijven ontwikkelen. “Bovendien is het belangrijk dat ze plezier houden in het spelletje. We begonnen met competities op jaargang, waarna we bezig zijn geweest met gemixte competities. Met de Regio Cup in het vooruitzicht keren we nu weer terug naar de jaargangen, om ze op deze manier optimaal voor te bereiden op de wedstrijden die mogelijk komen gaan.” Van Dam ziet dat de huidige situatie een positief effect heeft op het overzien van de jeugdspelers. “Het liefst spelen we natuurlijk wedstrijden, maar op deze manier zien we de spelers veel meer voetballen. Daardoor kunnen we nóg beter inschatten of een talent wellicht klaar is voor een stap hoger.”
SDZ wil met het nieuwe beleid meer inzetten op de breedte van de vereniging. Dat doen ze onder meer door centraal te trainen. “Trainers zetten daarbij een parcours uit, waar verschillende jeugdteams dan oefeningen moeten doen. We begonnen daarmee bij de mini’s en inmiddels zetten we dit ook in voor de bovenbouw.” Een ander speerpunt is de verbetering van het meidenvoetbal. Volgend seizoen komt er een scheiding tussen selectie- en breedtesport en gaan talentvolle meiden drie keer in de week trainen. De Amsterdammers blijven dan ook ambitieus naar de toekomst kijken. “We willen ervoor zorgen dat de aansluiting van de jeugdopleiding naar het seniorenvoetbal beter plaatsvindt. Dat doen we onder meer door een O23 op te zetten. Daarnaast investeren we in G-voetbal, doen we mee aan het Kwaliteit- & Performance Programma van de KNVB en hebben we de ambitie om de status van regionale jeugdopleiding te behalen.”
Tekst: Jordi Smit
Foto: Jos Spitteler
Top 200 Amateurclubs: Sporting Martinus investeert sinds jaar en dag in eigen jeugdspelers