Van der Moot (DCG) wil zich met meer ervaring snel handhaven

Na de miraculeuze handhaving via de nacompetitie vorig seizoen tegen VVZA kan DCG zich weer opmaken voor een nieuw seizoen in de tweede klasse. Nog altijd bezig met het inpassen van veel nieuwe namen werd de ploeg van Danny van der Moot afgelopen zondag uitgeschakeld in de districtsbeker. Daardoor kan de blik alvast op de competitie.

“Het is wel een klus. Maar we hebben wel een hele goede voorbereiding tot nu toe”, zegt de oefenmeester na de metamorfose die de Amsterdamse selectie heeft ondergaan. “We hebben een goed trainingskamp gehad in Papendal, daar hebben we heel hard gewerkt.”

Doordat de samenstelling van zijn selectie zo is veranderd merkt Van der Moot dat dat ook invloed heeft op de sfeer in de groep. “Het is veel meer een team dan vorig jaar, veel meer een geheel. De jongens zijn anders. We hebben niemand die denkt dat-ie beter is dan wie dan ook. En we hebben natuurlijk wat ervaring erbij met Gary Bouwmeester, Chelton Linger, Tatchery Langguth (overgekomen van respectievelijk AGB, Zeeburgia en Swift, red.). Dat zijn jongens die de jonge jongens met beide benen op de grond zetten en ook kunnen sturen.”

Foto Jeroen de Kock | In de finale van de nacompetitie afgelopen seizoen versloeg DCG VVZA met 5-0, nadat het de eerste wedstrijd met 3-0 had verloren

Van der Moot miste zijn sterkhouders nog in de bekerwedstrijd tegen Kolping Boys. “Ik hoop dat Linger van de week weer gaat trainen, last van zijn hamstring. Gary is net terug van drie weken Thailand. Nouredinne Harrouni is ook net terug van vakantie.”

Over hoge doelstellingen wil Van der Moot het nog niet hebben. Handhaving is prioriteit nummer één. “Vorig seizoen speelden we ons op de laatste dag veilig. Dus we gaan niet te hoog van de toren blazen. Laten we ons eerst maar tijdig veilig spelen. Dat is de doelstelling. Wat er onderweg gebeurt, dat zien we dan wel weer. Ik weet dat ik een goed team heb. Een goed geheel. Maar het moet er wel eerst uitkomen.”

DCG moet komend seizoen de derby’s tegen bijvoorbeeld DWS en Pancratius missen. Die clubs zijn namelijk ingedeeld in respectievelijk 2A en 2C. Van der Moot vindt dat jammer. “De KNVB wil de clubs op weinig kosten jagen. Maar nu moeten we tien keer naar Utrecht. Aan de andere kant ben ik er ook blij mee. Ik zit liever in Utrecht dan in Den Haag, zoals Pancratius, of in de kop van Noord-Holland, zoals DWS”, relativeert Van der Moot.

Tekst: Koen Vanhellemont
Foto boven: Mario Wormhoudt

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!