TEC verdediger Niall Raben heeft voor komend seizoen een nieuwe club gevonden. De bikkelharde verdediger (26) stapt over naar een ander team in de derde divisie A, alleen dan iets dichterbij huis, nl: Ajax (am.). In zijn kielzog komt ook zijn huidige teamgenoot Jarchinio Antonia hem vergezellen bij de Amsterdammers.
Geboren in Purmerend, maar groot geworden in Amsterdam en onder de rook van Amsterdam, bij HBOK in Zunderdorp begon voor hem het seniorenvoetbal. Daar speelde hij drie jaar in de senioren en hij combineerde dit met futsal in de Eredivisie bij FC Marlene. Raben: “Ufuk Ülker (Purmersteijn, red.) zei tegen mij dat ik wel aardig kon voetballen in de zaal en vroeg of ik een keer wilde meetrainen bij FC Marlene. Dat heb ik gedaan en dat ging goed en uiteindelijk heb ik daar drie seizoenen gevoetbald. De combinatie tussen futsal en voetbal was prima te doen. Als je jong bent is dat prima te doen. Ik woonde nog thuis, ik zat nog op school en ik had geen baan. Ik hou ook echt van voetbal. Als ik om 4 uur ’s nachts gebeld zou worden om een potje te voetballen, dan ben ik nog in staat om te gaan, puur voor de liefde voor het spel. Bij FC Marlene speelde ik met namen als Iliass Bouzit, Edward van Gils, Mo Attaibi, Issy Hamdaoui en Jordy Cretier. Cretier is echt het levende bewijs voor jonge jongens, die iets kunnen leren op het gebied van doorzettingsvermogen. In de zaal speelde in voorin, in de punt en op het veld sta ik achterin. Die gekke trucs zoals in de zaal, die doe ik niet op het veld. Daar ben ik echt zakelijk in geworden. Ik ben een verdediger die vaak de voetballende oplossing zoekt. Dat heb ik misschien een beetje overgehouden aan het straatvoetbal en futsal. Maar als de bal richting de snelweg moet, dan kan ik dat ook doen. Alles voor het resultaat en de nul is heilig.”

Via oud-teamgenoot Kid Ronday kwam Raben bij VV Monnickendam terecht. Daar speelde hij maar drie wedstrijden en toen stond het eerste buitenlandse avontuur voor de deur. Raben vertrok naar Polen, naar Huragan Morag, een club op het derde niveau van Polen. Raben: “Een goede vriend van mij, Tijjani Noslin, werd benaderd door een Poolse zaakwaarnemer voor dit avontuur. Het leek hem niets en hij polste mij, omdat ik de droom had om ooit nog ergens het profvoetbal te halen. Ik heb een keer getraind met die zaakwaarnemer en hij belde mij op, dat ik de dinsdag erop een contract kon tekenen. We vertrokken op maandag, 16 uur in de auto gezeten en op dinsdag tekende ik mijn contract voor één seizoen. Het was voor mij een groot avontuur. Ik trainde voor het eerst overdag, in plaats van ’s avonds zoals ik gewend was. Het was midden in de COVID periode, dus er waren alleen maar lege stadions. Ik had gezelschap van vier andere Nederlanders en een Belg, dus het was een gezellige boel. Mijn ouders zijn een keer geweest, toen mochten ze met de president van de club mee. Het was wel mooi om mijn ouders toen even om mij heen te hebben.”
“Na dit seizoen vertrok ik naar Wigry Suwalki, ook in Polen. Dat was alleen een verkeerde keuze, want zij gingen failliet. Alles was al rond, maar ik had nog niet getekend, waardoor ik ook weer transfervrij kon vertrekken. De competitie in Polen begint vrij vroeg, dus toen ik weer in Nederland aankwam kon ik via Kay Tejan (USL Dunkerque, red.) stage lopen bij Quick Boys. Toen ik daar tekende, was hij zelf inmiddels vertrokken. Als geste heb ik toen zijn nummer gedragen tijdens mijn periode bij Quick Boys. Ik heb echt een geweldige tijd gehad in Katwijk. Echt een fantastische club, met geweldige supporters. Echt een hele mooie club, met een prachtig complex. Niets dan lof over Quick Boys. Hoe ik daar destijds ontvangen ben, dat is echt niet normaal. Als ik nu nog weleens ga kijken, dan zijn de supporters nog steeds lovend, terwijl ik daar maar een half jaar gespeeld heb.”

Na dat half jaar stond er weer een buitenlands avontuur voor de deur, deze keer in Duitsland. En weer via via: deze keer via Sylvano Comvalius, destijds spits bij Quick Boys. Comvalius heeft zelf ook veel clubs gehad over de hele wereld en kende de trainer van de nieuwe club van Raben, FC Cosmos Koblenz. Raben: “FC Cosmos Koblenz was een club die graag snel omhoog wilde, dus wij hadden echt een goed team. Wij hadden spelers die kort daarvoor nog Conference League hadden gespeeld en bij 1. FC Köln en 1. FSV Mainz 05 hadden gespeeld. We promoveerden ook twee keer op rij, van de Berziksliga naar de Oberliga. De Oberliga is een beetje vergelijkbaar met de tweede divisie in Nederland. Het was echt een geweldige tijd in Duitsland. We hebben een groepje van 8 jongens, overwegend Duitse jongens en die zie en spreek ik regelmatig en ze komen al vier jaar op rij naar mijn verjaardag in Nederland, dus dat zegt wel iets over hoe onze band daar was en nog steeds is. We deden in Duitsland ook veel samen, avondjes pokeren bijvoorbeeld. De dag na de wedstrijd, als we gewonnen hadden, dan gingen wij ook vaak de stad in. Iedereen mocht dan mee van de clubleiding: vrouwen, kinderen, ouders. Als je wint, dan kan alles, dus dat waren echt mooie momenten om mee te maken. Aan het einde van mijn periode bij Koblenz belde Jeffrey Ket mij. Ik speelde met hem bij Quick Boys en hij vertelde dat hij naar TEC uit Tiel zou gaan en dat ze nog een centrale verdediger zochten en of ik geen interesse had. Hij is echt mijn beste vriend geworden vanuit de voetbalwereld, dus het was mooi om weer met hem samen te gaan spelen.”
Bij TEC kwam Raben een hoop spelers met een verleden bij een BVO tegen: Pelé van Anholt, Fabian Serrarens, Arsenio Valpoort, Jarchinio Antonia, Mohamed el Makrini, Raies Roshanali en Jeffrey Ket dus. Met twee auto’s vanuit de regio Amsterdam trokken de jongens een aantal keer per week richting Tiel. Raben: “Het carpoolen met die boys was wel echt gezellig en ik heb ook echt een hele mooie tijd gehad bij TEC. Ik wil het seizoen zo goed mogelijk afmaken en alles netjes achterlaten. Het reizen begon mij op een gegeven moment tegen te staan en dan is het fijn als je weer meer in de buurt kunt voetballen, bij Ajax in Amsterdam.”

Volgend seizoen voetbalt Raben dus bij Ajax op de Toekomst en is er voor vrienden en familie ook meer gelegenheid om een wedstrijd van hem te bekijken. Raben: “Ik denk dat ik heel veel ga winnen in mijn reistijd en dat zal mij ook heel veel rust geven in mijn leven. Vrienden en familie kunnen weer wat meer komen kijken. Daar hou ik wel van, ik ben echt iemand die houdt van gezelligheid. Dus ik vind het ook echt leuk als vrienden en familie kunnen komen kijken. Dat is de afgelopen jaren natuurlijk ook niet vanzelfsprekend geweest. Natuurlijk konden ze naar Katwijk komen of naar Tiel, maar dat is toch anders. Dan is een bezoek aan de Toekomst in Amsterdam toch net iets makkelijker.”
Tekst: Richard Lynch