Emran Barakzai was ooit een talentvolle voetballer binnen de Ajax-jeugd, maar hij wist mede door blessures nooit het Eerste Elftal te bereiken. Momenteel focust hij zich op zijn studie Geneeskunde én maakt hij deel uit van DVVA Heren 10. “Ik zit momenteel in het vierde jaar van mijn studie. Afgelopen weekend heb ik nog wel een blessure opgelopen, maar voor de rest gaat het prima”, vertelt hij.
Heren 10
Barakzai kwam per toeval bij de Amsterdamse club terecht. “Een aantal medestudenten voetballen in dat team, dus daardoor ben ik bij DVVA terechtgekomen. Gewoon als vriendenteam. Of prestaties ook een rol spelen? Nee, dit is puur plezier hebben en fit blijven.” Desondanks kan hij zijn bij Ajax aangeleerde winnaarsmentaliteit niet altijd loslaten. “Soms is het frustrerend dat teamgenoten mij niet zo goed aanvoelen als de spelers dat destijds bij Ajax deden, ook qua tactiek en inzicht. Ik heb toch dat competitieve in me en dat schiet af en toe toch even naar boven. Dan word ik even kwaad op een medespeler, omdat ik toch wil winnen.”
Ajax-jeugd
Het lijkt inmiddels alweer een lange tijd geleden, maar in 2014 moest Barakzai zijn voetbaldroom definitief vaarwel zeggen. “Toen ik wist dat ik mijn doel om profvoetballer te worden ging opgeven, had ik het even moeilijk. Het was namelijk toch gewoon mijn jeugddroom. Aan de andere kant moest ik ook realistisch zijn, want uiteindelijk had ik het fysiek ook behoorlijk lastig. Ik trainde bijvoorbeeld niet vaak genoeg, waardoor ik fysiek ging achterlopen op de rest. Ik was behoorlijk blessuregevoelig en had veel last van mijn zwakke enkel waar ik vaak doorheen ging. Dan is het gewoon niet realistisch om hoog te voetballen.”
Als Barakzai terugkijkt op Ajax, dan denkt hij zowel aan positieve als negatieve aspecten. “Het positieve was dat ik de beste trainers, faciliteiten en spelers om me heen had, waardoor ik het beste uit mezelf kon halen. Ajax benut namelijk écht je capaciteiten. Het negatieve vond ik toch wel de fulltime investering dat je daar bent, eet en studeert, waardoor je als kind weinig vrije tijd hebt. Bovendien was het bij de club behoorlijk concurrentiegericht. Zo kwam de factor ‘misgunnen’ vaak voorbij. Je wilt namelijk niet dat je concurrent het beter gaat doen dan jij. Dat vond ik niet zo’n prettige ervaring.”
Discipline
Nog altijd heeft Barakzai een hoop aan hetgeen dat hij in Amsterdam heeft geleerd. “Zeker, je wordt echt gedisciplineerd. Dat helpt gewoon bij je dagelijkse leven, waaronder mijn studie.” Als hij zijn studie geneeskunde over tweeënhalf jaar heeft afgerond, hoopt Barakzai een stap te kunnen maken naar de studie als sportarts. Zo wil hij alsnog in de voetballerij terechtkomen. “Het is zeer lastig om sportarts te worden. Je moet jezelf daardoor flink onderscheiden van de andere. Ik hoop daarom dat ik met mijn Ajax-verleden een kleine voorsprong heb op de rest.”
Ondertussen blijft Barakzai het heerlijk vinden om zo nu en dan een balletje te trappen. “Het is heerlijk om af en toe nog eens op het veld te staan. Ik houd namelijk nog altijd van het spelletje. Ondanks dat het niveau ver onder mijn kunnen ligt, vind ik het leuk om met de bal bezig te zijn. Daarnaast is het leuk om samen met de jongens na de wedstrijd in de kantine te zitten. Dus zolang mijn lichaam het toelaat, blijf ik voetballen”, aldus Barakzai.
Tekst: Jordi Smit