Zomerserie: Rob Overkleeft

Het Amsterdamsche Voetbal brengt op werkdagen de nieuwe selecties op haar website. In het weekend is het tijd voor onze zomerserie: Van Prof naar Amateur. In deze rubriek zoekt het Amsterdamsche voetbal spelers, trainers, bestuursleden en andere betrokkenen op die van Betaald Voetbal Organisaties in het amateurvoetbal terecht gekomen zijn. Deze week is het de beurt aan Rob Overkleeft. Maar liefst vijftien jaar floot Overkleeft als betaald voetbalscheidsrechter in Nederland. Daarnaast was de arbiter ook bij internationale wedstrijden actief en maakte daar 35 keer zijn opwachting als grensrechter. Op dit moment is Overkleeft onder andere Hoofd Jeugdopleidingen bij de Amsterdamse verenigingen RSKV DCG en Geuzenmiddenmeer.

Naast zijn werkzaamheden bij DCG en Geuzenmiddenmeer werkt de voormalig topscheidsrechter ook bij de KNVB. Als docent technische- en arbitraire opleidingen en coach van meerdere assistent-scheidsrechters in het Betaald Voetbal en de Topklasse is Overkleeft nauw betrokken bij ontwikkeling van de leidsmannen in Nederland.In zijn tijd als scheidsrechter kan Overkleeft terug kijken op fantastische carrière, met wedstrijden tussen Engeland en Denemarken op het EK in 1992 en de supercupwedstrijd Arsenal-AC Milan in Londen. Wellicht had één finale de bekende kers op de taart kunnen zijn. In 1994 speelde AC Milan en Barcelona tegen elkaar in de eindstrijd van het miljoenenbal, maar protesten van niet minder dan Silvio Berlusconi, voorzitter van AC Milan en op dat moment tevens premier van Italië, zorgden ervoor dat dit niet doorging. Dit doet verder niks af aan een prachtige loopbaan en Het Amsterdamsche Voetbal ging in gesprek met Overkleeft over zijn tijd als scheidsrechter en zijn activiteiten in het amateurvoetbal.

Docent bij de KNVB, Hoofdjeugdopleidingen, U bent behoorlijk actief in de voetballerij?

Overkleeft: “Ja, ik mag niet mopperen. Daarnaast heb ik ook nog een overeenkomst gesloten met SV Laren ’99 als Verenigingsondersteuner Scheidsrechterszaken (VOS). Vanaf 1 augustus gaat dit in. Mede vanwege het voorval met Richard Nieuwenhuizen in Almere ben ik met Laren hierover in gesprek gegaan. Hiermee kan ik de scheidsrechters waar nodig een handje helpen. Het is veel werk en de mappen voor het komende seizoen zitten al weer vol. Maar ondanks het feit dat ik er een dagtaak aan heb, is het natuurlijk super als je van een hobby je beroep kan maken. Ik sta weer te trappelen.”

Rob Overkleeft in actie als scheidsrechter
Rob Overkleeft in actie als scheidsrechter

U heeft uw contracten bij zowel DCG als Geuzenmiddenmeer verlengd. Wat hoopt u met beide jeugdopleidingen uiteindelijk te bereiken?

“Bij Geuzenmiddenmeer ligt dit anders dan bij DCG. Met name bij Geuzenmiddenmeer wil ik er voor zorgen dat het sociale aspect en het sociale gebeuren een belangrijke plaats inneemt binnen de vereniging. De kinderen moeten met plezier naar de trainingen en de wedstrijden gaan. Ik merk dat de structuur bij Geuzenmiddenmeer aanzienlijk verbeterd is en dat iedereen zijn taken goed uitvoert. DCG is een ander verhaal, aangezien de jeugdopleiding op een hoger niveau speelt. Hier is het zaak om spelers op te leiden voor het eerste elftal. Daarom is het goed dat na een mindere periode, rond februari van het vorige jaar, de club weer aan de betere hand is. Het is ook de bedoeling om de spelers meer clubvoetballers te laten worden. De voetballertjes moeten een echte binding met de vereniging voelen en geen voorbijgangers worden, die na een jaar weer vertrekken. We willen iedereen binnenboord houden.”

Ook als trainer bent u werkzaam geweest. Zouden wij u nog terug kunnen zien als een trainer van een club in Amsterdam?

“Dat weet je natuurlijk nooit. Ik ben een geboren Amsterdammer en heb hier de eerste 25 jaar van mijn leven gewoon, voordat ik naar Alphen aan de Rijn verhuisde. Maar ik moet eerlijk zeggen: ik ben net 61 geworden en het hoeft niet per se voor mij. Ik denk dat ik veel ervaring heb opgedaan in al die jaren en dat ik via andere functies, zoals Hoofd Jeugdopleidingen, deze ervaringen makkelijker kan delen dan als ik op het veld sta. Tegelijkertijd, soms kan je er ook in rollen. Bij NVC in Naarden was ik Hoofd Jeugdopleidingen, maar werd ik ook gevraagd als trainer van de A1. Dus ik herhaal nog maar eens: zeg nooit nooit!”

Hoe is de passie voor het fluiten ontstaan?

“Nou, ik had eerst een andere droom. Net als bijna ieder jongetje wilde ook ik profvoetballer worden. Ik speelde bij DWS, wat op dat moment een Betaald Voetbal vereniging was. Toen ben ik als 18-jarige een keer het veld uitgestuurd en moest ik als schorsing een pupillen wedstrijd fluiten. Dat ging zo goed, dat mij gelijk gevraagd werd om vaker te gaan fluiten. Uiteindelijk werd fluiten mijn passie en droomde ik van WK finales als arbiter in plaats van speler. Vanwege die schorsing ben ik dus geen profvoetballer, maar profscheidsrechter geworden.”

Rob Overkleeft

Is er een wedstrijd waar u heel speciaal op terugkijkt?

“Wanneer deze vraag aan mij gesteld wordt, denken mensen aan een Europese wedstrijd of een wedstrijd op een EK of WK. Maar de wedstrijd waar ik met veel speciale gevoelens aan terug denk, is die tussen DOVO en Rohda Raalte. Ik was toen 25 jaar en floot de partij om het kampioenschap van Nederland. Het had ook zomaar de Champions League finale van 1994 kunnen zijn, daar baal ik nog steeds van. Vier dagen voor de finale kreeg ik een telefoontje van de KNVB, waarin mij verteld werd dat we van de wedstrijd af gehaald waren. Het was echt een dieptepunt in mijn loopbaan en heb een tijd lang niet naar een Champions League finale kunnen kijken. Maar als ik dan kijk naar de wedstrijden die ik wel heb meegemaakt, zitten daar toch een hoop mooie duels bij.”

Welke speler had het meeste commentaar als u floot?

“Hans Kraay junior sprong er het meeste uit. Hans stond best vaak in mijn boekje genoteerd, maar was ook iemand die zijn team kon motiveren. Hij kreeg het voor elkaar om iedereen, op en naast het veld, op te zwepen. Hij was altijd nadrukkelijk aanwezig en had een uitstekende mentaliteit. Ik heb hem er zelf ook wel eens uitgestuurd, maar dan was hij zo eerlijk om na de wedstrijd bij mij langs te komen. Dan bood hij zijn excuses aan. Vaak waren de spelers die het hardste werkten degenen die ook het meeste commentaar hadden. Denk aan Ruud Krol en Ton Pattinama: goede voetballers, harde werkers en een fantastische mentaliteit. Ze waren vooral oprechte spelers, net als Hans Kraay junior. Die waren vanaf het eerste fluitsignaal alleen met de wedstrijd en winnen bezig. Het duurde dan even voordat ze uitgeraasd waren, maar daarna waren het hele leuke kerels.”

Verslag: Wessel Westerhof

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)