De KNVB en Nederlandse voetbalclubs gaan met het project ‘Gelijke Kansen’ de strijd aan tegen onrecht in het jeugdvoetbal. Er worden diverse aspecten aangepakt, waaronder het geboortemaandeffect. FC Weesp gaf afgelopen woensdag het startschot van een experiment omtrent dit onderwerp. Met Jorg van der Breggen, Senior medewerker Voetbalontwikkeling van de KNVB, blikken we terug op de testdag en bespreken we het gehele experiment dat een handreiking moet bieden voor een breed gedragen probleem.
Kern van het fenomeen
Het geboortemaandeffect klinkt bij vele clubs waarschijnlijk bekend in de oren. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de hoogste teams uit het amateur- én profvoetbal hoofdzakelijk bestaan uit spelers die in de eerste twee kwartalen van het jaar zijn geboren. Eén van de oorzaken is dat spelers vaak opvallen vanwege hun kracht, snelheid en daarmee hun bijdrage of rendement in de wedstrijden van nu. Dit is logisch aangezien hun fysieke ontwikkeling vaak ook maanden vooruit kan lopen. Een andere oorzaak is bijvoorbeeld de voetballeeftijd van kinderen, dat anders dan de kalenderleeftijd aanduidt aan hoe lang kinderen al voetballen. Uiteindelijk zorgt de fysieke ontwikkeling er vaak voor dat de spelers uit de laatste twee kwartalen van het jaar minder de kans krijgen om bij de hogere teams aan te sluiten, waardoor er geen sprake is van gelijke kansen.
Daar moet dus wat aan gedaan worden, zo vond de KNVB. “We zitten in het voetbal, maar ook bijvoorbeeld in het onderwijs, in een systeem waarin we gewend zijn om de spelers van ongeveer dezelfde leeftijd bij elkaar in te delen en tegen elkaar te laten voetballen. Dit lijkt logisch, maar er schuilen ook een aantal gevaren achter”, legt Van der Breggen uit. “Vanaf het moment van indelen komen daar subjectieve waarnemingen aan te pas wat betreft de kwaliteit en potentie van de voetballer. Dat systeem loopt van de jongere jeugdelftallen door tot de senioren. De KNVB heeft behoorlijke vraagtekens bij de veelal te doen gebruikelijke methode van teams indelen op zeer jonge leeftijd en de daarmee gepaard gaande scheidingen en andersoortige wijze van faciliteren in onder andere trainers en trainingsmomenten. Want doen we hiermee wel recht aan de potentie van ieder kind? Sluiten we niet snel kinderen uit, wetende dat ontwikkeling van ieder kind enorm grillig is en met horten en stoten verloopt.
“We leven met z’n allen in de perceptie dat de beste, met de beste, tegen de beste moet spelen. Dat levert het beste resultaat op. Hoe goed iemand al op jonge leeftijd is, des te beter zal de speler zijn. Al het bewijs dat echter geleverd kan worden, wijst écht de andere kant op. Na de groeispurtfase, op 15 of 16 jarige leeftijd, kan je eigenlijk pas wat meer zeggen over de kwaliteit van de spelers. We hebben dan echter al op veel jongere leeftijd keuzes gemaakt.”
Profvoetbal
Het geboortemaandeffect signaleren we niet alleen bij de amateurs, ook in het profvoetbal heeft het zijn uitwerking. “Bij het Nederlands Elftal Onder 17 zie je dat wij, door alles wat daarvoor is gebeurd, niet alleen de hoofdprijs winnen op het toernooi, maar ook eerste worden op het geboortemaandeffect. Wij hadden simpelweg de meeste spelers die geboren waren in het eerste kwartaal. Dat is niet omdat wij daarop selecteren, maar op dat moment kies je voor het eindtoernooi voor de beste spelers. Dat zijn niet geheel toevallig de oudste jongens, want in de vijver van profclubs als Ajax, Feyenoord en Sparta zitten ook een hoop kinderen uit het eerste geboortekwartaal, die op hun beurt weer afkomstig zijn uit het amateurvoetbal die over het algemeen op Onder 8 leeftijd met selecteren starten. Dus daar begint het al.”
Van der Breggen noemt Calvin Stengs, die momenteel grote indruk maakt bij AZ, als een exemplarisch voorbeeld. “Stengs heeft in de jeugdopleiding bij AZ gespeeld en daar ook wel moeilijke fases gehad vanwege het feit dat hij een laatbloeier was en toevallig of niet ook nog eens laat in december geboren is. Doordat AZ de tijd heeft gegeven aan Stengs, hij heeft zelfs een extra jaar in de 016 gespeeld, heeft hij zich daarna goed door kunnen ontwikkelen. Het beoordelen en voorzichtig zijn met het beoordelen van spelers vindt dus niet uitsluitend in Onder 8 teams plaats, maar dus ook later. Zeker in de fase van de groeispurt tussen 13 en 16 jaar ongeveer. Het is en blijft in een glazen bol te kijken….
“Het huidige beleid zorgt ervoor dat we een enorm geboortemaandeffect hebben en wellicht niet de juiste spelers opleiden”, gaat Van der Breggen verder. “Als KNVB denken we dat we de verantwoordelijkheid moeten nemen een opleidingsmodel te bewerkstelligen dat veel meer recht doet aan de complexiteit van de ontwikkeling en de onvoorspelbaarheid. Dat hebben we niet op een zondagmiddag bedacht, maar er liggen simpelweg een hoop feiten dat het huidige systeem niet het meest efficiënte systeem is vanuit verschillend, wetenschappelijk onderzoek.”
Experiment
En dus besloot de KNVB op het veld van FC Weesp een experiment uit te voeren, waarmee teams op een ander manier worden ingedeeld. “We trainen met de Onder 8 en Onder 9 samen op een veld, dus we pakken twee leeftijdsgroepen. Daardoor heb je kinderen uit 24 verschillende maanden. Vervolgens delen we de kinderen in op basis van hun geboortemaand. Het oudste spelertje, dat in januari 2011 is geboren, krijgt 24 punten aan zich gebonden. De jongste voetballer, die in december 2012 is geboren, krijgt 1 punt. De bedoeling is dat elk team met maximaal 96 punten aan de aftrap verschijnt. Dat lukt natuurlijk niet altijd, maar we proberen daarbij zo dicht mogelijk in de buurt te komen. Vervolgens gaan we wedstrijdjes spelen: 6-tegen-6 of 8-tegen-8. We leggen gedurende de wedstrijden niet teveel het spel stil, maar laten de spelers écht voetballen. Het levert ons namelijk een hoop op als we zoveel mogelijk data hebben en voor de spelers is ‘spelen’ uiteindelijk ook het allerleukst! We observeren de wedstrijden wel en noteren de uitslagen.”
Er kwamen uiteindelijk verrassende resultaten uit. “De oudste teams bij FC Weesp pakken normaal in de competitie gemiddeld 1,56 punt per duel en de jongste teams 1,36. Met andere woorden: hoe ouder, des te groter is de kans op winnen. Het grappige was, en pas op dit is echt een hele kleine sample, dat het oudste en jongste gemiddelde team tijdens het experiment beide 1,43 punt per wedstrijd pakten. Dus exact hetzelfde.” De bond was woensdag tevreden. Aankomende zaterdag komt er zelfs een vervolg aan. “Het ging afgelopen woensdag hartstikke goed. De trainers en kinderen waren er allemaal en we hebben een uur lang met elkaar gevoetbald. Als iedereen eraan gewend is en we het nog strakker kunnen organiseren, dan realiseren we echter nóg meer zuivere voetbaltijd. We zouden daardoor een extra ronde kunnen spelen, wat goed is voor de kinderen. Dat levert voor ons dan weer een hoop meer data op. De volgende slag die we maken, is met kinderen in gesprek gaan en vragen hoe zij het ervaren.”
Praktijk
Verdere tests moeten dus uitwijzen in hoeverre het huidige experiment kans van slagen heeft. De KNVB is zich er namelijk ter degen van bewust dat een oplossing niet altijd direct voor het grijpen ligt. “Het is best wel gek dat deze grote mate van ongelijkheid in verschillende sporten en het onderwijs zit opgesloten. Aan alle kanten is gewoon bewezen dat ontwikkeling niet te voorspellen valt. Een mooie uitspraak van een ijshockeycoach in Zweden die op deze complexe materie past luidt heel treffend: waarom richten we lineaire modellen in om unieke personen te vinden? Dat is natuurlijk de spijker op zijn kop, want het is niet logisch wat we doen. Uiteindelijk kunnen veel mensen dat wel volgen, maar is de vervolgvraag: hoe moet het dan? Dat antwoord hebben we echter ook niet direct. Alhoewel we steeds beter de koers kunnen aangeven. ”
“En daarom gaan we onder andere nu bij verschillende clubs in de praktijk testen hoe we het beter kunnen doen, waardoor we het optimaliseren. We strijden eigenlijk voor het recht van ieder kind om gezien en gehoord te worden én goede trainingen te krijgen. We zijn nu aan het proberen welke mogelijkheden er zijn. Daar is het experiment bij FC Weesp met gemiddelde teams een voorbeeld van. Als je namelijk genoodzaakt wordt om een team samen te stellen met allerlei leeftijden, dan ga je dus ook kritisch kijken naar de geboortemaand en kan je niet meer in de valkuil stappen dat je uitsluitend ‘kwartaal 1-kinderen’ selecteert.”
Maar hoe werkt het eigenlijk met die gemiddelde leeftijden? De geboorteverdeling van kinderen over alle maanden van het jaar – als ook bij de voetballende kinderen in Nederland – is gelijkmatig verdeeld. “Je bent uiteraard afhankelijk van je instroom, wat mogelijk niet altijd helemaal evenredig is, maar je kunt hoe dan ook middelen tussen twee leeftijdscategorieën, waardoor iedere speler zowel de oudste als de jongste kan zijn voor een bepaald team. Hiermee is dus niet per definitie het ‘december-kind’ het gehele seizoen de allerjongste in het team. Hierin zit de echte waarde.”
Overtuigen
Het oplossen van het geboortemaandeffect is slechts een onderdeel van het gehele project ‘Gelijke Kansen’, dat eraan moet bijdragen dat alle voetballers dezelfde mogelijkheden krijgen. De bond probeert daarvoor alle voetbalclubs te overtuigen. “We proberen de discussie het land in te krijgen. Dat doen we op allerlei manieren. We hebben bijvoorbeeld ook een digitaal magazine ontwikkeld, waarin de clubs kennis kunnen ophalen, en waarin we uitleggen hoe clubs bepaalde aspecten kunnen implementeren. Dat gaat uiteindelijk allemaal bijdragen aan de kennis over het thema en mogelijkheden voor andere, betere keuzes.”
Van der Breggen heeft daarbij nog wél een toevoeging. “Hoe je het wendt of keert: we gaan niets opleggen. Stel dat de gemiddelde leeftijdsteams de heilige graal zijn, dan is het nog maar de vraag of dit zo wordt opgelegd dat iedere club dat moet doen. Het doel van het project is namelijk simpelweg om clubs inzichten te geven en hopelijk kunnen ze daar hun voordeel mee doen. Uiteindelijk is het zeer wenselijk in het belang van alle jeugdvoetballers dat alle clubs wél kennis hiervan hebben, maar dan kunnen ze altijd nog zélf beslissen wat ze ermee doen”, aldus Van der Breggen.
Tekst: Jordi Smit
Foto: KNVB
FC Weesp test oplossing geboortemaandeffect: “Begint bij bewustwording”