Remco Sint keert komende zondag voor even terug bij de club waar hij als speler en trainer in totaal achttien jaar rondliep. Met zijn Ilpendam neemt de oefenmeester het op tegen TOG. Een voor hem bijzonder treffen met zijn oude liefde. “Hier ben ik groot geworden.”
Hoewel Sint net zo goed lopend naar Sportpark Middenmeer kan gaan, zal hij zich ‘gewoon’ in Ilpendam voorbereiden op deze wedstrijd. Alle sentimenten zet hij opzij. “Het is alleen voor mij speciaal, niet voor de jongens van Ilpendam. We moeten het naar hun toe ook zeker niet groter maken dan het is.” Toch zit er voor hem wat gezonde spanning bij. “Het voelt een beetje als je eerste wedstrijd in een eerste elftal. Leuke spanning, vooral nieuwsgierig. Ik verwacht een warm welkom, want daar staat de club om bekend.”
Toen de speelschema’s bekend werden, konden de twee ontmoetingen met TOG rood omcirkeld worden in zijn agenda. Met een dubbel gevoel leeft hij naar het duel toe. “TOG is mijn club, hier ben ik groot geworden. Mijn vrienden zitten in het bestuur en ik volg de club nog altijd”, zegt Sint, die bij de Amsterdammers – nadat hij vanwege blessureleed noodgedwongen moest stoppen – het trainersvak inrolde. “Dan is het wel vreemd als je zondag tegen ze moet spelen. Ik draag ze een goed hart toe, maar nu is het moment om mijn vrienden pijn te doen.”
Speciaal voor de wedstrijd pakt de club, dat dit jaar het 110-jarig jubileum viert, groot uit. Er is zelfs een zanger geregeld om voor extra sfeer te zorgen. “Ik vind het heel leuk om iedereen weer te zien en met z’n allen een biertje te drinken.” Gebroederlijk de punten verdelen is er niet bij, want beide ploegen hebben deze hard nodig in de zondag vierde klasse E. TOG om erin te blijven, Ilpendam om eruit te komen. “Wat er zondag ook gebeurt, ik probeer een gentleman te blijven. Als wij verliezen of gelijkspelen, zal ik iedereen feliciteren. En als wij winnen, neem ik een biertje extra.”