Scheidsrechter Julio Barales

Week van de Scheidsrechter: In gesprek met Julio Barrales

De Week van de Scheidsrechter gaat deze week van start. Het jaarlijkse terugkerende moment geeft de voetballerij de mogelijkheid om de scheidsrechters in het zonnetje te zetten. Wij gingen daarom bij Scheidsrechters Vereniging Amsterdam (SVA) langs om het beroep van Neerlands arbiter eens onder de loep te nemen. Dit is deel 6: in gesprek met Julio Barrales.

De 54-jarige Julio Barrales was in zijn jonge jaren voetballer van Oriënt, dat in 2004 fuseerde met N.E.C. ’75. Destijds kampten zowel de jeugd- als seniorencompetities met een scheidsrechterstekort. Wegens afwezigheid van een arbiter bij de D-junioren van Oriënt besloot Barrales een wedstrijd te fluiten. “Op dat moment stonden er toevallig twee personen van de KNVB te kijken”, vertelt Barrales de anekdote. “Ik vergeet nooit meer dat dat meneer Philips was. ‘Wij zijn van de KNVB’, zei hij. ‘Maar u bent geen officiële scheidsrechter. Misschien wilt u een cursus volgen?’ Ik was eigenlijk direct enthousiast, want het is een heerlijke uitdaging om 22 spelers tevreden te stellen. Dat is de kunst van het scheidsrechtersvak en tegelijkertijd het mooiste wat er is.” Bareles volgde in de jaren ’90 vervolgens de BOS III-cursus, waarna hij zichzelf bij de AVB (Amsterdamse Voetbalbond) aansloot. Een paar jaar later stapte hij over naar de KNVB, dat drie jaar later met de KNVB samenging.

Jaren geleden floot de arbiter nog op het niveau vlak onder de topklasse. Inmiddels is hij actief in de eerste en tweede klasse. Nog altijd stapt Barrales echter vol energie, scherpte en plezier het veld op. “Ik heb nog nooit een wedstrijd gehad, waarbij mensen zeiden: wat heb je als een dweil gefloten. Voetballers moet je gewoon bespelen, dan heb je verder geen last.” Afgelopen zaterdag had Barrales nog zo’n situatie. “Een club stond 2-0 voor, wat je natuurlijk niet meer uit handen moet geven. De eindstand was vervolgens 2-2 en dan lees je in de krant: ‘Wij hebben altijd last van meneer Barrales.’ Daar trek ik me verder niets van aan, want zij hadden ook kunnen uitlopen naar 3-0 of 4-0.” Uiteindelijk wil de leidsman zichzelf recht in de spiegel kunnen aankijken. “Na de wedstrijd vraag ik mezelf altijd af of ik iets heb gemist. Had ik in een bepaalde situatie niet beter een gele kaart moeten geven? Of had ik bepaalde momenten anders moeten oplossen? Dat zijn zaken die horen bij de ervaring van een scheidsrechter.”

“Een scheidsrechter moet ook tegen kritiek kunnen, want het is simpelweg geven en nemen”, vervolgt Barrales. “Als je dat kunt, dan kan je de wedstrijd letterlijk managen. Het machtsmiddel van een scheidsrechter is een gele en rode kaart, maar waarom zou je die altijd uitdelen? Je kunt ook gewoon een people manager zijn door soms je zegje tegen een speler te doen. Wanneer je netjes blijft en niet opvlieger doet naar de speler die de overtreding maakt, is er niets aan de hand. Dat zijn aspecten die je leert naarmate je vaker fluit. Gelukkig staat achter elke scheidsrechter een partner als steun en toeverlaat, die mijn verhaal aanhoort.” Zijn conditie houdt hij onder meer op pijl bij SVA. “Je moet als arbiter gewoonweg conditie bezitten om tijdens een wedstrijd alles te kunnen belopen. In een gemiddeld duel loop ik zo’n 9 tot 12 kilometer, dus dat zegt wel iets over de afstanden. Dinsdag hebben we bij SVA meestal de diehard scheidsrechters, terwijl we donderdag de wat oudere arbiters hebben. Gezelligheid en wat bijpraten, het hoort er allemaal bij. Wat dat betreft is het bij SVA net familie.”

Tekst: Jordi Smit

Week van de Scheidsrechter: In gesprek met Cynthia van Kruiselbergen

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)