Scheidsrechter Ramon Glebbeek

Week van de Scheidsrechter: In gesprek met Ramon Glebbeek

De Week van de Scheidsrechter gaat deze week van start. Het jaarlijkse terugkerende moment geeft de voetballerij de mogelijkheid om de scheidsrechters in het zonnetje te zetten. Wij gingen daarom bij Scheidsrechters Vereniging Amsterdam (SVA) langs om het beroep van Neerlands arbiter eens onder de loep te nemen. Dit is deel 4: in gesprek met Ramon Glebbeek.

Ramon Glebbeek voetbalde in de jeugdafdeling van RKDES, toen de vereniging voor een paastoernooi arbiters nodig had voor de E’tjes en F’tjes. “Destijds was ik twaalf jaar, maar vond ik het direct geweldig om te fluiten”, vertelt Glebbeek. “Vervolgens was het verplicht om twee keer per seizoen op een half veld scheidsrechter te zijn, maar vond ik het zo leuk dat ik elk weekend stond te popelen om te fluiten. Op een gegeven moment floot ik zelfs twee tot drie wedstrijden op een dag. Ik weet nog goed dat ik mijn eerste scheidsrechterstenue kocht, 13 of 14 jaar oud. Ik straalde met dat tenue direct wat uit, wat ik prachtig vond.” De talentvolle leidsman stond bij RKDES elk weekend vol enthousiasme op het veld, wat ook een scheidsrechtersbegeleider zag. “Hij vroeg aan me: ‘Vind je het niet leuk om voor de bond te fluiten?’ Hij was daar inmiddels mee gestopt, maar vertelde dat je overal komt en je écht kunt opklimmen op de ladder. Dat leek me hartstikke leuk. Gelukkig was er nog een plekje in Breukelen vrij voor de cursus. Het was dan wel een stukje rijden, maar mijn vader wilde graag het avontuur met mij aangaan. In Breukelen heb ik toen de SO III-cursus gedaan, waarna ik mijn eerste KNVB-aanstelling kreeg. Sindsdien gaat mijn vader iedere wedstrijd mee.”

Als KNVB-scheidsrechter merkte Glebbeek direct wat grote veranderingen vergeleken met clubscheidsrechters. “Bij mijn oude club kende ik natuurlijk alle jongens en floot ik regelmatig leeftijdsgenoten. Wanneer je dan als KNVB-scheidsrechter aan de slag gaat, merk je dat het officieel is. De bond gooide me destijds als 15-jarige scheidsrechter direct voor de leeuwen door me aan te stellen voor een O17-team. Dan voel je natuurlijk veel spanning voor en tijdens het duel. Wat gaan de spelers van je vinden en wat vinden de ouders van je? Daar ging ik toen heel erg op letten, terwijl je jezelf natuurlijk op de wedstrijd moet concentreren. Na verloop van tijd weet je dat gelukkig beter te managen.” Inmiddels fluit hij in de jeugdafdeling op divisieniveau en heeft hij de afgelopen vijf jaar voldoende ervaring opgedaan om zich staande te houden. “Het gaat om de juiste uitstraling. Dan heb ik het niet alleen om je fluitje en tenue, maar ook over je houding en karakter. Je moet nooit op het veld beslissingen maken, omdat Björn Kuipers, Bas Nijhuis of Danny Makkelie dat ook doet. Het gaat uiteindelijk om het gebruiken van je eigen persoonlijkheid, zowel buiten als binnen de lijnen.” Persoonlijk is Glebbeek van ‘de harde aanpak’, waardoor hij veel situaties laat doorspelen. “Ik kan de spelers op het veld soms duidelijk aanspreken, maar na de wedstrijd kunnen we samen een drankje drinken en dan is het helemaal prima. Laatst kwam een jongen naar me toe: ‘Scheids dat is toch een gele kaart.’ Maar als je voor elke overtreding een gele kaart gaat trekken, dan wordt het ook geen leuke wedstrijd.”

Ook Glebbeek is onderdeel van Scheidsrechters Vereniging Amsterdam, die hij dankbaar is. “Scheidsrechters komen bij wedstrijden altijd alleen aan en gaan alleen weg, dus dan is het fijn om een verbroedering bij de vereniging te zoeken. Je krijgt daar de mogelijkheid om je zorgen, verhalen en ervaringen te delen. Daarnaast krijg je van de oudere scheidsrechters tips mee die je gelijk goed kunt toepassen in de wedstrijden.” De belangrijkste tip: “Uiteindelijk beoordelen mensen je altijd op de wedstrijd die je voor het laatst floot. Als je daarom een keer een slechte wedstrijd fluit, wat elke scheidsrechter overkomt, dan is het daarom vooral belangrijk dat je overeind blijft. De volgende keer ben je dan weer de goede scheidsrechter.” De komende jaren zal hij ongetwijfeld nog een hoop stappen vooruit zetten, al legt hij zich niet teveel druk op. “Ik hoop in mijn carrière zo hoog mogelijk te komen, maar heb geen precies doel vastgesteld. Het lijkt me sowieso erg leuk om een keer landelijk jeugdwedstrijden te fluiten, waardoor je overal heen gestuurd kan worden. Binnen enkele jaren wil ik de stap maken naar de senioren, om ook daar de ladder te beklimmen. Natuurlijk is het voor mij de droom om aan de top van het amateurvoetbal te komen, maar het belangrijkste is dat ik te allen tijde het plezier erin houd.”

Tekst: Jordi Smit

Week van de Scheidsrechter: In gesprek met Peter Steur

Blijf op de hoogte en volg ons via Facebook, Instagram en Twitter!
▼Bezoek ook de clubpagina(s)