Het Amsterdamsche Voetbal Doelgericht
Purmersteijn maakt vooralsnog het verwachtingspatroon niet waar in de zondag Hoofdklasse. Terwijl Martin van Ophuizen had aangegeven op termijn de stap naar de Derde Divisie te willen maken, vindt de oefenmeester zijn ploeg terug op een teleurstellende twaalfde plek. Toch is er volgens hem nog geen reden tot paniek. “We moeten hier samen doorheen.”
Nog voordat de eerste vraag is gesteld, roept Van Ophuizen: er is niks aan de hand met Purmersteijn. De tegenvallende start doet namelijk niets af aan de ambitie in Purmerend en er zijn nog 21 wedstrijden te gaan – genoeg punten te behalen. Ondanks dat het seizoen stroef van start is gegaan met slechts negen punten uit negen duels. “Ik vind het wel grappig: als het crescendo gaat, heeft iedereen het over potentie en talent. Wanneer het niet goed gaat, is dat er opeens niet. Zo zwart/wit zie ik het niet.”
Hij neemt uitgebreid de tijd om de situatie te analyseren. Na een goede voorbereiding met eenvoudige zeges, gingen de Purmerenders tijdens de competitiestart onfortuinlijk onderuit in Silvolde (4-3). “Misschien hebben we ook even gedacht: het gaat eigenlijk heel makkelijk en goed”, zegt Van Ophuizen twee maanden later. Nadat er een punt werd gepakt tegen koploper Hoogeveen volgde een reeks waarin Purmersteijn simpelweg te weinig heeft gebracht. Dat had ook met de vorm en het vertrouwen te maken. “Na de overwinning op Bataven wilden we er een goed gevolg aan geven tegen Hollandia, maar die verloren we onterecht met 0-1. Dat komt op een moment dat het je vertrouwen bij winst de andere kant opduwt.”
Daar kwam vorige week een 4-3 nederlaag tegen Hoogland bovenop. Die wedstrijd ziet Van Ophuizen als hét voorbeeld om aan te geven hoe de verhoudingen zijn veranderd. Purmersteijn is een ploeg geworden waar tegenstanders serieus rekening mee houden en zich ook anders op instellen, door bijvoorbeeld verdedigender te gaan spelen. “Blijkbaar kunnen tegenstanders ook iets extra’s losmaken tegen ons. Dat zie je in de beleving, in de arbeid die ze leveren. Dat is iets waar wij anders mee moeten omgaan.”
De oorzaak voor een aantal zeperds ligt ook bij Purmersteijn zelf. Met persoonlijke fouten werden de tegenstanders meerdere keren in de kaart gespeeld, iets wat de Purmerenders met hun speelstijl niet kunnen permitteren. “Het enige wat je dan moet doen, is zorgen dat je er niet van in de war raakt. Dat doen we ook niet. Maar we hebben wel teveel punten laten liggen om op dit moment te zeggen: wij gaan een aanval doen op.. We zullen eerst een stukje ritme moeten pakken in de vorm van resultaten.”
De oefenmeester weet dat een mindere periode er ook bijhoort. “We willen heel graag dingen, we zijn ambitieus. Dan gaat het er ook om hoe je omgaat met teleurstellingen. En hoe ga je om met een situatie die anders is dan de afgelopen jaren? Als je alles wint, is iedereen fit. Op het moment dat het iets minder gaat, denk je: hoe is het mogelijk? Dat iemand in een spijker stapt bijvoorbeeld.” Toch wil hij zich niet verschuilen achter blessures of andere dingen. “We moeten hier samen doorheen. Dat begint met niet teveel cadeautjes weggeven. Ook al komt Sinterklaas weer in de buurt.”
Foto’s José Mol
