Een vorstelijk salaris, financiële zorgen, verslechterde verhoudingen en de arbitragecommissie die de handelswijze van de club bekritiseert. Met de uitspraak van de arbitragecommissie is alles op tafel gekomen in de zaak tussen FC Almere en Maurice Ligeon. Enkele opmerkelijke passages uit de zaak waarin de op non-actief gestelde Ligeon in het gelijk werd gesteld.
Het hele spel begon in december 2016 toen FC Almere tijdens een gesprek met Ligeon liet weten tevreden te zijn over zijn werk. In datzelfde gesprek ging het echter ook over de moeilijke financiële positie van Almere. Het salaris van Ligeon vormde een belangrijk deel van de hoge kosten. Volgens het bestuur moest er daarom iets gebeuren en werden een aantal opties aan Ligeon voorgelegd om de kosten naar beneden te brengen: inleveren van een belangrijk deel van het salaris, beëindiging van de arbeidsovereenkomst of het formele UWV-traject. “In beide gevallen diende Ligeon te begrijpen dat de verhoudingen daardoor scherp zouden komen te staan en dat er minder lovend over hem zou worden gesproken.”
Een tegenvoorstel van Ligeon, niet betaalbaar en dus niet acceptabel, viel vervolgens verkeerd bij het bestuur. Ondanks de toezegging van Almere om geen mededeling te doen, werd de technische staf op de hoogte gebracht dat Ligeon het volgende seizoen geen trainer meer zou zijn. Bovendien meldde Almere dat Ligeon in verhouding met andere trainers veel verdiende (1700 euro netto per maand, red.) en dat de financiële middelen eerlijker verdeeld moesten worden.
Op 11 april werd de oefenmeester op non-actief gesteld. De verhoudingen binnen het eerste elftal, maar ook binnen de club, verslechterden dusdanig dat het ook ten koste ging van de prestaties (slechts één overwinning in de laatste acht wedstrijden, red.) en ingrijpen nodig was. Daarnaast stond volgens Almere de autoriteit van Ligeon onder druk (vechtpartijen en spelers niet meer in cluboutfit, red.) en hadden bestuursleden onvoldoende vertrouwen in een verdere loyale opstelling van Ligeon. Die twee dingen betwist de oefenmeester.
FC Almere kampt met financiële problemen. Het water staat de club al langere tijd aan de lippen door vele tegenslagen, zoals het wegvallen van de subsidie, de salariseisen van Ligeon, diefstal en huurproblemen. “Almere heeft geprobeerd de kosten te reduceren, maar eind 2016 is door de kascommissie en financiële commissie de conclusie getrokken dat de salariskosten van Ligeon te zwaar trekken op de financiële middelen van Almere en dit salaris verhoudingsgewijs te hoog ligt.” Bovendien had de gemeente een nieuwe betalingsregeling van bijna 1500 euro per maand en aangegeven dat die nagekomen zou moeten worden.
Op het moment dat er volgens Almere geen uitzicht meer was op een goede oplossing, heeft de club een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. “Terugkeer van Ligeon zal na zo’n lange periode van afwezigheid niet goed meer mogelijk zijn en zal tot grote ontevredenheid leiden bij de leden en tot meer spanningen binnen de club. Het bestuur wil niet meer samenwerken met Ligeon. Naar het oordeel van het bestuur zullen veel spelers van de selectie afhaken bij een terugkeer van Ligeon en komen een groot aantal spelers alleen bij Almere voetballen omdat er een nieuwe trainer is aangesteld. Diens terugkeer zou betekenen dat de financiële problemen (negatief financieel resultaat van 17.000 euro, red.) acuut gaan worden”, zegt de advocaat van de club.
Donderdag deed de arbitragecommissie van de KNVB uitspraak in de zaak. Volgens de arbitragecommissie heeft Almere nagelaten de verhoudingen te verbeteren en bovendien niet inzichtelijk gemaakt wat zij hier zelf aan heeft gedaan. Bovendien kan niet worden gezegd dat Ligeon de zaak heeft vertraagd toen hij hulp had ingeroepen om zich goed te laten informeren. “Het bestuur van Almere had hiervoor begrip moeten hebben en had dit niet mogen aangrijpen als reden voor een non-actief stelling. Een professionelere opstelling had van het bestuur bepaald mogen worden verwacht.”
De verslechterde resultaten zijn evenmin een geldige reden om de trainer van de ene op de andere dag op non-actief te stellen. Net als dat de vechtpartijen in het team zonder onderbouwing aan Ligeon toe te rekenen zijn. “Almere heeft nagelaten Ligeon hierop te wijzen en hem in staat te stellen zijn functioneren op dit punt te verbeteren.”
Ook voor de verscherpte verhoudingen wijst de arbitragecommissie naar de clubleiding. “Het bestuur verliest uit het oog dat zij hier zelf een sturende en corrigerende rol in had moeten nemen en ervoor had moeten zorgen dat de gesprekken met Ligeon op een andere wijze zouden zijn vorm gegeven. Als het bestuur al een verslechtering van de verhouding heeft ervaren, is dat aan het bestuur van de vereniging zelf te wijten, door de wijze waarop zij met Ligeon is omgegaan. Dit verdient niet de schoonheidsprijs.”
Bovendien wordt de aangedragen verstoring alleen door FC Almere ervaren. “Als de verhouding werkelijk verstoord is, dan is dat toe te rekenen aan Almere, en niet aan Ligeon. Nu Ligeon zich niet herkent in de door Almere gesteld verstoorde arbeidsverhouding en Almere dit ook verder niet heeft onderbouwd, meent de arbitragecommissie dat ook op dit punt Almere te kort is geschoten in de onderbouwing van haar verzoek.”
De arbitragecommissie verplichtte Almere Ligeon binnen 24 uur weer toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen beide partijen is geëindigd. Daarover gaan beide partijen met elkaar in gesprek. Ligeon wil zelf geen uitspraak doen over de uitkomst.
Foto’s Hans van Beek